Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [28]De kooplieden dezer dingen, die rijk geworden waren van haar, zullen van verre staan [29]uit vreze van haar pijniging, wenende en rouw makende; 28. Namelijk de geestelijke kooplieden, die van dit Babylon afhangen, en daarover in aanzien en macht zijn. Zie hiervoor de aantekeningen vs.3. 29. Namelijk dewijl zij in gevaar zijn van hun deel daarvan ook te zullen ontvangen; of ten minste van hun profijt en aanzien in de wereld te zullen verliezen.